Tegenstelling

3 maart, 2021 - Uitgeest

We leven in een land met wisselende seizoenen maar of dat erg is? Marjolein Geldermans beschrijft in haar column dat het ook wel verrassend én verrijkend is.

 

Marjolein Geldermans (aangeleverde foto)
Marjolein Geldermans (aangeleverde foto)

Wat ben ik blij met de seizoenen zoals we die in Nederland kennen. Twee weken geleden stonden we nog op de schaats, maakten we sneeuwpoppen en sneeuwwandelingen, dronken we warme chocolademelk met slagroom en genoten we van de witte wereld. Op de valreep kregen we een cadeautje van de winter. Ik zette bakjes met voedsel neer voor de vogels, hing vetbolletjes in de boom en keek naar de koolmeesjes die zich er tegoed aan deden. Het roodborstje, dat dagelijks kwam aan gefladderd, hipte gezellig over het terras op zoek naar kruimels en durfde steeds dichterbij te komen. Het werd “ons” roodborstje. 

En nu, twee weken later, de ultieme tegenstelling; het lijkt wel voorjaar! In de tuin schieten de narcissen en krokussen tussen de sneeuwklokjes uit de grond en ik ben helemaal los gegaan met het kopen van kleurige plantjes. Winterviolen en primula’s sieren nu de bloembakken. Ik spit, hark en snoei en geniet volop van het zonlicht dat door de nog kale takken van de kastanjeboom valt. Ondertussen stoot ik keihard mijn hoofd aan een afdakje en loop een hersenschudding op. Daarna lijkt het ook onder mijn schedeldak wel voorjaar: gedachten en beelden buitelen door elkaar als vogels in de lucht. Het is daarbinnen een drukte van belang en ik kan niet kiezen tussen nuttig bezig zijn (wat mij voldoening geeft, ben nou eenmaal zo opgevoed) en een beetje lummelen, wat beter is voor mijn hoofd. Ik probeer allebei, want het zijn immers de tegenstellingen die het leven zo verrijken. Hoe fijn is het om vrij te zijn als je hard gewerkt hebt. En hoe blij kun je zijn met een droge periode nadat het heel lang heeft geregend. Of andersom. En wat dacht je van de interessante (en soms ook irritante) tegenstelling tussen mannen en vrouwen. Kan een verschil zijn van dag en nacht. Dat brengt mij trouwens op licht en donker. Ben ooit in Lapland geweest, werd doodmoe daar omdat het er voortdurend licht was. Zoals Emily Dickinson al schreef: “De zon zou ons niet kunnen schelen lief, als zij niet onder ging”. Dat bedoel ik. Het leven zou toch saai zijn zonder tegenstellingen? Wat moeten we in een land waar het altijd mooi weer is? Ik omarm graag alle verschijnselen in het besef dat het zó weer anders kan zijn. Dus leve de seizoenen!

Marjolein Geldermans