Frisse wind

26 februari, 2020 - Uitgeest

Molens, oud en krakkemikkig of juist nieuw en modern, willen graag draaien. Wordt het tijd voor een frisse wind en kunnen ze hun nut gaan bewijzen in Uitgeest? Marjolein Geldermans schrijft in haar onderstaande column hóe... 

 

Marjolein Geldermans (aangeleverde foto)
Marjolein Geldermans (aangeleverde foto)

Ik val maar met de deur in huis: dit gaat over molens. Ze sieren het landschap van Uitgeest op verschillende plaatsen in het dorp. We zijn er zuinig op vanwege historische waarde en mooie aanblik. De molens hebben al heel wat meegemaakt en met hen de Uitgeesters.

Zelf vind ik de houtzaagmolen op Erfgoedpark de Hoop altijd het meest bijzonder. Dat komt omdat deze molen iets aandoenlijks heeft. Hij staat daar al heel veel jaren dapper in z’n eentje in een prachtig gebied waar niemand mag komen, terwijl er ooit grote bedrijvigheid heerste. Het lijkt wel of de molen wacht op een frisse wind, een nieuw leven met werk en mensen op zich heen. Maar ondertussen wordt ie ouder en krakkemikkiger. Molens moeten draaien, en welke functie ze vroeger ook hadden, het zijn allemaal windmolens, bedoeld om energie op te wekken voor het werk dat verzet moest worden. Planken zagen, meel malen, droogleggen. Nederland is beroemd om zijn windmolens. Al sinds de 16e eeuw pompen ze water weg met energie uit wind, voor droog land en droge voeten.

De moderne windmolens van nu doen precies hetzelfde. Ze hebben alleen een heel andere aanblik, maar moeten dan ook veel meer stroom opwekken dan hun oude voorgangers. En dus efficiënter en groter zijn. Sommige mensen vinden het ontsierend in het landschap of op zee. Dat begrijp ik heel goed, heb zelf ook een hang naar nostalgie. Maar alles went en we moeten mee met onze tijd. Ooit fietste ik met mijn zoon (toen nog een tiener) over de dijk tussen Urk en Lelystad, waar een eindeloze rij windmolens staat in de ondiepte van het IJsselmeer. Mijn zoon en ik wilden graag zo’n enorme windmolen eens van heel dichtbij bekijken en klommen illegaal over een hek dat de molen scheidde van het vaste land. We liepen over een soort piertje in het uitgestrekte water naar de voet van de reus, en we konden hem voelen. Ik raakte onder de indruk van de kracht en de techniek en bekeek de molen met andere ogen. En ik ben niet de enige. Uit onderzoek blijkt dat ruim driekwart van de bevolking het eens is met het plaatsen van windmolens omdat het schone energie geeft. Alleen de vraag is altijd: wáár dan? Not in my backyard. Toch kunnen we wellicht met het hele dorp ons voordeel doen met een windmolen.

Ik heb een beetje onderzoek gedaan naar dorpen die een eigen windmolen hebben voor lokale duurzame energie. Zoals bijvoorbeeld in een klein dorp in Friesland; Pingjum. De bewoners zijn er trots op; het is hún molen die groene energie opwekt voor hún dorp. De molen staat op een paar honderd meter van het dorp fier te draaien, in z’n eentje in het weiland (en dat ziet er bij zo’n molen helemaal niet sneu uit). De opbrengst gaat naar lokale projecten, zoals bijvoorbeeld een nieuw dak met zonnepanelen voor de gymzaal van de school. Waarmee de school, door een lagere energierekening, weer meer leuke dingen kan doen. Misschien krijgen we in Uitgeest ook onze eigen dorpsmolen. Samen duurzame energie produceren en er geld mee verdienen dat ten goede komt aan ons dorp. Belangrijke voorzieningen die worden wegbezuinigd kunnen we dan zelf bekostigen met de opbrengst van onze stroom. Wat mij betreft beginnen wij dan, als molenaars, met investeren in molen en Erfgoedpark De Hoop, en maken we daar met elkaar iets moois van. Waait er weer een frisse wind! 

Marjolein Geldermans